Van Batavia naar Weltevreden; Het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappan, 1778-1867
Abstract
The Batavian Society of Arts and Sciences (Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen), was founded in 1778 to become the predecessor of the National Library and National Museum of the Republik Indonesia. It was considered to be the most important cultural and scholarly organization of the Netherlands East Indies in the time of the Dutch East India Company (VOC) and the colonial period. This studie pays attention to the foundation, programme and area of interest of the Society, also to its members, organization, growth, decline and resurrection, but most of all to the relation with the government of a formally private enterprise, that sometimes seemed to become part of the governmental structure.
The archives of the Society are kept in the National Archives of the Republik Indonesia. Since 1878, they have only scarcely been available to scholars from outside of the Society. They have, however, proven to be of great importance to historians, linguists, and anthropologists. Het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, opgericht in 1778, is de voorloper van het Nationaal Museum en de Nationale Bibliotheek van de Republik Indonesia en geldt als de belangrijkste cultureel-wetenschappelijke organisatie van Nederlands-Indië in de VOC-tijd en de koloniale periode. In deze studie naar de vroege geschiedenis van deze eerbiedwaardige instelling komen aan de orde: de oprichting, het programma en het werkterrein van het genootschap, het ledenbestand en de leiding, groei, verval en wederopstanding, maar vooral de relatie tot de overheid van deze formeel private onderneming, die soms eerder een overheidsinstelling leek te worden. Het archief van het Genootschap, dat bewaard wordt in het Nationaal Archief van de Republik Indonesia, is hiertoe de belangrijkste bron geweest. Het is sinds 1878 nauwelijks beschikbaar geweest voor onderzoekers buiten de kring van het genootschap. Voor historici, linguïsten, antropologen, archeologen en anderen is het genootschapsarchief en de geschiedenis van het genootschap van groot belang.
Hans Groot (1949) studeerde Nederlandse taal en letterkunde en Italiaans in Amsterdam en was werkzaam in het hoger onderwijs (1976-1986), eerst in Amsterdam, daarna in Triëst (Italië). Sinds 1986 is hij werkzaam bij het Erasmus Taalcentrum in Jakarta. Na een bezoek aan het Nationaal Museum aldaar stelde hij zich vragen over de voorgeschiedenis van dat museum. Dat was de start van het onderzoek dat resulteerde in deze studie.
Keywords
musea; indonesie; batavisch genootschap; koloniale geschiedenis; wetenschappelijk instituut; colonial history; indonesia; bataviaasch genootschap; scientific institutions; museumsDOI
10.26530/OAPEN_377414ISBN
9789004253803OCN
1030816048; 808385266Publisher
BrillPublisher website
https://brill.com/Publication date and place
Leiden - Boston, 2009Series
Verhandelingen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, 243Classification
History