15 uur voorschoolse educatie in Amsterdam
dc.contributor.author | Veen, Annemiek | |
dc.contributor.author | Karssen, Merlijn | |
dc.date.accessioned | 2022-03-16T13:05:14Z | |
dc.date.available | 2022-03-16T13:05:14Z | |
dc.date.issued | 2020 | |
dc.identifier.uri | https://library.oapen.org/handle/20.500.12657/53391 | |
dc.language | Dutch | en_US |
dc.subject.classification | thema EDItEUR::J Society and Social Sciences::JN Education | en_US |
dc.subject.other | voorschoolse educatie; peuters; innovatiecentra; educatie | en_US |
dc.title | 15 uur voorschoolse educatie in Amsterdam | en_US |
dc.type | book | |
oapen.abstract.otherlanguage | Sinds 2018 biedt de gemeente Amsterdam 15 uur voorschoolse educatie aan alle peuters. Dat betekent in vergelijking met de periode daarvoor een uitbreiding van 12 naar 15 uur voor peuters met een doelgroepindicatie en van zes naar 15 uur voor peuters zonder een indicatie. De verwachting was dat 15 uur zou leiden tot meer stabiele en meer heterogene groepen en als gevolg hiervan een positieve uitwerking op de proceskwaliteit. Pedagogisch medewerkers beoordelen de urenuitbreiding als positief. Meer uren stelt hen in staat de dagindeling flexibeler af te stemmen op de kinderen. Er kon niet worden vastgesteld dat urenuitbreiding leidde tot een hogere proceskwaliteit. Verlenging naar 15 uur betekent ook niet automatisch dat de samenstelling van de groepen meer heterogeen wordt. De instroom van kinderen in voorschoolse educatie lijkt namelijk ook beïnvloed te worden door andere (gelijktijdige) veranderingen in het beleid, zoals het invoeren van een eigen bijdrage voor vve. Wanneer een gemeente nastreeft dat kinderen van verschillende achtergronden al jong met elkaar opgroeien, zijn tevens andere beleidsimpulsen nodig. De verandering naar 15 uur is uitgevoerd in een periode waarin meerdere veranderingen hebben plaatsgevonden in de kinderopvang/vve. Ten eerste een verandering van gratis voorschoolse educatie naar een door ouders betaalde bijdrage. Ten tweede een verlaging van de leeftijd waarop kinderen de voorschoolse educatie binnenkomen, van tweeënhalf naar twee jaar. Dit betekende een uitdaging voor veel pm’ers omdat zij nog niet gewend waren aan een jongere doelgroep binnen de vve. Mogelijk hebben deze verschillende factoren invloed gehad op de gevonden resultaten. We kunnen uit het onderzoek geen definitieve conclusies trekken over de invloed van meer uren vve op stabiliteit, menging en proceskwaliteit. Daar komt bij dat het verschil met de oorspronkelijke 12 uur vve ook niet erg groot was. Een rigoureuze wijziging in de deelnametijd per week zou wellicht een ander beeld hebben laten zien. Het project maakt deel uit van het programma ‘Innovatiecentra vve’ van het ministerie van OCW en NRO, waarin vijf interventies werden geselecteerd en onderzocht op hun bijdrage aan verhoging van kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie. Naast dit Amsterdamse project werden vier andere innovatiecentra onderzocht, in de gemeenten Den Haag, Leiden, Dordrecht en Heerlen. | en_US |
oapen.relation.isPublishedBy | 273a5604-f198-4b87-84f0-ff09db6cd793 | en_US |
oapen.relation.isFundedBy | da087c60-8432-4f58-b2dd-747fc1a60025 | en_US |
oapen.collection | Dutch Research Council (NWO) | en_US |
oapen.pages | 77 | en_US |
oapen.place.publication | Amsterdam | en_US |
oapen.grant.number | 405-17-930 | |
oapen.remark.public | Rapport 1063, projectnummer 20755 |